De Waag te Monnickendam
In opdracht van Stadsherstel Amsterdam onderzocht ik in het voorjaar van 2021 de Waag te Monnickendam.
Links: De Waag in 1902 (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 16.359). Rechts: De Waag in 2021.
In 1382 werd het waagrecht van Monnickendam geschonken aan het gasthuis om de armen van de inkomsten te laten profiteren. Vermoedelijk was er toen al een waag, omdat de stad al in 1356 stadsrechten had gekregen en een waag daar vaak bij hoorde. Over deze eerste waag is maar weinig bekend. Vermoedelijk stond de eerste waag al op de huidige locatie, die ideaal was voor een waag: bij de dam en de haven. In 1666 brandde de waag volledig af en werd kort daarna herbouwd.
De architect van de nieuwe waag met beurs is onbekend. De gevels werden ontworpen in de stijl van het Hollands Classicisme met een duidelijk invloed van Vingboons. Op de begane grond werd de waag gesitueerd en op de verdieping een vergaderruimte voor de burgerwacht/schutterij en/of vroedschap.
Kaart van Monnickendam en omgeving in 1680, met uitsnede (bron: www.oudmonnickendam.nl).
Over wijzigingen in het waaggebouw tussen de bouw in 1666-1669 en de restauratie in 1904 is weinig bekend. Het gebouw verloor in de loop van de negentiende eeuw zijn functie. Eind negentiende eeuw werd onder de overkapping van de beurs ‘s winters gortepap uitgedeeld. Op de begane grond was hiervoor een keuken. De verdieping werd gebruikt als opslag. Rond 1899 was er weer een kaasmarkt in Monnickendam en werd tijdelijk weer een keer per week gewogen in het gebouw. In 1902 was het voorste deel van de waag in gebruik bij de brandweer. Doordat het gebouw weinig werd gebruikt, werd er ook weinig aan onderhoud gedaan en was restauratie rond 1900 hard nodig.
In 1904-1905 werd de waag met beurs gerestaureerd onder leiding van de Haagse architect J.F.L. Frowein. Veel onderdelen werden hersteld en deels of geheel vernieuwd, alle conform bestaande toestand. Alleen de overkapping van de beurs kreeg een nieuwe vorm, naar voorbeeld van de visbank in Gouda. Het timpaan aan de voorkant werd vervangen door een dakschild, het dak werd met leien gedekt en het fries werd voorzien van trigliefen. De tegelwand van de schouw op de verdieping bestaat uit tegels die vermoedelijk tijdens deze restauratie bijeengebracht werden.
Een plan uit 1940 om de waag te verbouwen tot politiebureau werd niet uitgevoerd. In 1945 werd op de verdieping een ruimte geschikt gemaakt voor de dienst gemeentewerken en bouwtoezicht. Het voorste deel van de begane grond was nog in gebruik door de brandweer en achterin bevond zich op de begane grond en verdieping een museum. Rond 1950 werd het eenlaagse pand links van de waag gesloopt om plaats te maken voor een tweelaags pand met daarin een brandweergarage en een dienstwoning. Een venster in de zijgevel van de waag, bij de trap, werd dichtgemetseld. In 1960 verliet de dienst gemeentewerken en bouwtoezicht de waag.
De begane grond tijdens de werkzaamheden in 1961 (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 65.287 en 65.288).
In 1961 vond een verbouwing plaats om het gebouw geschikt te maken als restaurant en expositieruimte. Achter de waag werd een toiletaanbouw gerealiseerd met op de verdieping een keuken. Het gebouw werd tevens hersteld waar nodig en van veel latere afwerkingen ontdaan. De grote deuren van de waag werden aan de binnenkant van glas voorzien met op één plek deuren.
Langsdoorsnede met metselwerk gebreken (bron: Waterlands Archief te Purmerend 1403-59/65).
In 1986-1988 was wederom een restauratie nodig, niet vanwege slecht onderhoud maar vanwege de slechte fundering. Hierdoor waren veel schades ontstaan. Daarnaast voldeed het gebouw niet meer aan de hedendaagse eisen voor ventilatie, brandpreventie en isolatie. Architect J. Witte maakte een restauratieplan. Ten eerste kreeg het gebouw een nieuwe betonnen fundering. Daarna konden andere schades hersteld worden. Aan het metselwerk, het natuursteenwerk, de houtconstructie, de kozijnen en ramen waren veel reparaties / vernieuwingen nodig. Alle herstelwerkzaamheden vonden plaats conform het oorspronkelijke werk.
Een uitzondering hierop is dat de constructie na de restauratie geheel geschilderd werd, terwijl deze tot dan toe onbeschilderd was geweest. De verdiepings- en zoldervloer werden geïsoleerd en van een nieuwe topvloer voorzien. Achter de entree werd een glazen tochtportaal gemaakt. De schouw op de begane grond kreeg ander tegelwerk. De spiltrap naar de verdieping werd bovenaan van een kwart voorzien in plaats van het bestaande rechte deel. Balustrades werden deels vernieuwd en op de verdieping kwam een brandwerend portaal om de spiltrap heen. De keukenaanbouw op de verdieping werd gesloopt. De schouw op de verdieping kreeg een andere stookvloer en de kastdeuren werden van een houtimitatie voorzien.
De begane grond en verdieping in 2021.