Voorstraat in Stad aan ‘t Haringvliet
In het voorjaar van 2019 deed ik bouwhistorisch onderzoek in een pand aan de Voorstraat in Stad aan ‘t Haringvliet op Goeree-Overflakkee.
De Voorstraat is één van de oudste straten van het dorp en bevat veel statige panden uit de 17e en de 18e eeuw. Voorstraat 7 stamt waarschijnlijk ook uit deze periode, al is een precieze datering niet te geven.
De kapconstructie met een combinatie van eikenhout en grenenhout wijst op een datering in de 17e eeuw. Ook alle andere kenmerken van de kap, zoals de gehakte telmerken, de verbindingen, het type constructie, wijzen op een datering vanaf het begin van de 17e eeuw. Maar deze wijze van construeren werd ook in de 18e eeuw nog toegepast.
Over de indeling van de plattegrond in deze periode is maar weinig bekend. Er was in ieder geval een stookplaats aan de linkerkant van het pand voorin en mogelijk was er ook een stookplaats tegen deze wand achterin en een tegen het rechter deel van de achtergevel. Tot slot was er mogelijk een kelder.
Bij het opmaken van de kadastrale minuut in 1826 was het pand opmerkelijk genoeg opgedeeld in drie percelen, die overeenkomen met de drie stookplaatsen. Over de indeling en het uiterlijk van het pand is op dat moment niets bekend.
In de 19e eeuw werden de vensters in de voorgevel vervangen, werden de gevels gepleisterd en van een blokmotief voorzien en werden in de kapconstructie gordingen tussen de vliering toegevoegd om een verticaal dakbeschot te dragen.
In de eerste helft van de 20e eeuw, vermoedelijk kort na de verkoop aan een bakker in 1923, wordt een winkelpui in het rechterdeel van de voorgevel geplaatst. Uit deze tijd stammen vermoedelijk ook de nog aanwezige terrazzo stoep, vensterbank en vloer in de ruimte hierachter.
Tussen 1965 en 1971 wordt het pand geleidelijk verbouwd. In meerdere vergunningsaanvragen wordt de voorgevel stapsgewijs gewijzigd. Hierbij worden alle vensters vervangen en de meeste krijgen een andere vorm. De voorgevel wordt verder van glasvlies voorzien en geschilderd. In de zij- en achtergevel zijn vensters te zien met dezelfde detaillering als die in de voorgevel. Mogelijk stammen ook deze vensters uit jaren ‘60. Waarschijnlijk werden bij deze verbouwing ook het huidige toilet, de keuken en de badkamer geplaatst en werden de kamers op de zolder afgetimmerd. De stoep voor het pand wordt na 1968 van dezelfde stoeppalen voorzien als nummer 9 heeft.
In 1971 wordt de kap hersteld waarbij de dakvorm wordt aangepast. Waarschijnlijk gaat het hierbij om het wijzigen van het wolfseind aan de voorkant dat een flauwere helling krijgt waardoor de voorgevel iets hoger wordt. Wat er verder hersteld wordt is niet duidelijk. Bij het herstellen is vermoedelijk wel veel hergebruikt hout gebruikt, uit dit pand of een ander pand.
Na de voorgevel wordt tussen 1972 en 1977 de achtergevel aangepakt. Eerst wordt er een balkon gemaakt, waarna een paar jaar later een uitbouw volgt.
Op de bouwtekening uit 1977 staat een plattegrond van de begane grond. Tussen deze plattegrond en de huidige situatie zijn een aantal wijzigingen te zien die dus na 1977 hebben plaats gevonden. De grootste wijziging was het verplaatsen van de trap, waardoor de woonkamer vergroot kon worden. De indeling van het linkerdeel achterin veranderde het ingrijpendst omdat hier de nieuwe trap kwam. Door het verplaatsen van de trap zal de indeling op de verdieping ook veranderd zijn. Het is echter niet bekend wat hier precies veranderde.