Marinierskazerne te Doorn

Cultuurhistorische verkenning Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn

marinierskazerneIn het najaar van 2016 heb ik in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn cultuurhistorisch onderzocht. Deze naoorlogse Marinierskazerne is 48 hectare groot en bevat 42 gebouwen. Het onderzoek had betrekking op de landschappelijke en stedenbouwkundige context, het terrein en de buitenruimte, de hoofd- en bijgebouwen en het interieur.

Het rapport is te downloaden op de website van de Marinierskazerne Doorn: http://www.mkdoorn.nl/producten/default.aspx#folder=613860 (Documentnaam: 20161117 Cultuurhistorische Verkenning.pdf)

Geschiedenis omgeving
In de één-na-laatste ijstijd (ca. 150.000 jaar geleden) is het stuwwallencomplex de Utrechtse Heuvelrug ontstaan. De locatie van het te onderzoeken complex ligt op de zuidflank hiervan bij de nederzetting Doorn (eerste vermelding in de 9e eeuw).
Bij het opmaken van de Kadastrale Minuut in 1811-1832 bestaat Doorn uit een kleine nederzetting rond een kerk met daar omheen een aantal kastelen/buitenplaatsen en in het zuidelijke lager gelegden deel landbouwgronden. In het noorden zijn de hoger gelegen woeste- en heidegronden in eigendom van de Rijksdomeinen.
De woest- en heidegronden worden geleidelijk verkocht aan particulieren die hier buitenplaatsen laten bouwen en bossen aanplanten. Zo ontstaat de Stichtse Lustwarande, een lint van buitenplaatsen langs de zuidkant van de Utrechtse Heuvelrug, lopend van De Bilt tot Rhenen.
Door de komst van deze buitenplaatsen ontstaat meer werkgelegenheid, groeit de bevolking en gaat Doorn opzoek naar uitbreidingsmogelijkheden. Een paar grote landgoederen worden hierbij verkaveld.

Geschiedenis landgoed
In de 18e eeuw wordt op de plek van het huidige Landgoed Beukenrode voor het eerst een buitenplaats vermeld: Het Sand. Deze buitenplaats wordt in 1819 gekocht door baron d’Ablaing Van Giessenburg. Hij laat daar een zomerhuis bouwen; het Warandehuis. De eerste landschappelijke aanleg rond het huis stamt vermoedelijk ook uit deze tijd. Op oude kaarten is een lange kaarsrechte weg te zien die bij het huis eindige. Een deel van deze zichtlijn met rijen beuken erlangs is nog aanwezig.
In 1859 overlijdt de baron en wordt het landgoed verkocht aan de heer Kneppelhout. In 1872 laat hij het Warandehuis afbreken en bouwt ongeveer op dezelfde plek het huis Nieuw Sterkenburg (vernoemd naar zijn kasteel Sterkenburg in Driebergen). Dit huis staat er nog steeds, maar veel bijgebouwen zijn inmiddels gesloopt. Kneppelhout laat ook het park rond het huis opnieuw inrichting met op het noordelijk deel van het landgoed een parkbos met vijver en wandelpaden.
In 1908 wordt Nieuw Sterkenburg losgekoppeld van het kasteel Sterkenburg en verkocht aan G.W.J. Kooij, hij veranderd de naam in Beukenrode. In 1926 komt Beukenrode in handen van de heer Neckerman, zijn weduwe blijft er tot na de bevrijding wonen.
Het landgoed Beukenrode wordt in 1950 overgenomen door de Broeders van Onze Lieve Vrouwen van Lourdes die er een jongensinternaat beginnen. In 1980 neemt de Augustinus Stichting het internaat over. In 1996 wordt het noordelijk deel van het landgoed, het parkbos, verkocht aan Defensie. De rest van het landgoed blijft in eigendom van de Augustinus Stichting. In 2002 verhuist het internaat en wordt het landgoed in gebruik genomen als kantoor en conferentiecentrum.

Geschiedenis kazerneterrein en gebouwen
Iets ten oosten van het huidige kazerneterrein wordt in 1903 een waterpompstation gebouwd, ten behoeve hiervan wordt een groot stuk bos gekapt (waar later de kazerne komt).
Langs de Stamerweg (op het zuidelijk deel van het huidige kazerneterrein) wordt rond 1900 de villa Landzegen gebouwd (tegenwoordig het Witte Huis genoemd). Vanaf 1911 wordt deze villa gebruikt als zomerverblijf van de Amsterdamsche Maatschappij Voor Jongemannen. In 1912 en 1927 wordt de villa uitgebreid tot deze nagenoeg zijn huidige omvang heeft.
In de Tweede Wereldoorlog wordt op de locatie van de huidige kazerne een kamp van de Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.) gebouwd. Dit kamp krijgt de naam “Woestduin”, naar de Woestduin laan ten oosten ervan. Het is niet bekend wanneer het kamp precies wordt opgericht. Het terrein bestaat uit elf barakken rond een exercitieplaats. Ten noorden van het kamp is een oefenterrein. Van de barakken uit deze periode is niets bewaard gebleven.
Na de bevrijding is het kamp weer eigendom van de Nederlandse staat. Het terrein wordt ingericht als kamp voor de Mariniers. Waarom men voor deze locatie kiest is niet precies duidelijk, vermoedelijk heeft het te maken met de centrale ligging in het land, de goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van bestaande barakken en een oefenterrein.
In 1946 wordt het kamp fors uitgebreid richting het zuiden en opnieuw ingericht naar ontwerp van de Rijksgebouwendienst. De entree blijft op dezelfde plek, maar er wordt een geheel nieuwe en grotere exercitieplaats gerealiseerd. De hoofdroute over het terrein vormt vanaf de entree en lus om de exercitieplaats heen. In de zuidwest hoek is bos op het terrein aanwezig. Rond de exercitieplaats worden rijen bomen geplant.
Om de exercitieplaats heen worden reeksen barakken gebouwd. Een deel van de N.A.D.-barakken wordt hergebruikt. Ten noorden van de exercitieplaats verrijst een groot kantine-gebouw. In de noordwesthoek wordt een garage gebouwd. Bij de entree komen een bureelbarak, een keuken en een les/bioscoopbarak. In het bos in de zuidoosthoek worden een zieken- en doktersbarak gebouwd. De barakken bestaan uit langwerpige volumes van een bouwlaag onder een flauw hellend zadeldak. Een deel wordt in hout uitgevoerd en een deel in steen, ook de constructies verschillen.
In 1949 wordt het kazerneterrein wederom naar het zuiden uitgebreid. Villa Landzegen ofwel het Witte Huis wordt hierdoor onderdeel van de kazerne. Op het nieuwe terrein worden tussen de bomen twee rijen legeringsbarakken en een aantal opslagbarakken gebouwd in een vergelijkbare vormgeving als de al bestaande barakken. Tevens worden twee cilindervormige Romneyloodsen en een rij Romneyhutten (als leslokalen) gebouwd. In de zuidoosthoek bevindt zich een groot open terrein dat als tentenkamp dienst doet.
Op het noordelijk deel van het terrein worden in deze periode de garage, doktersbarak en onderofficieren barak uitgebreid. De keukenbarak wordt ingrijpend ver- en uitgebouwd om als keuken en eetzaal dienst te doen. Aan de infrastructuur op het terrein verandert weinig.
In de decennia na deze uitbreiding worden het verkeer en parkeren steeds belangrijker. De hoofdroute wordt uitgebreid met een lus naar de zuidwesthoek van het terrein. Op diverse plekken verschijnen parkeerplaatsen. Het oefenterrein aan de noordkant wordt deels ingericht als sportveld.
Er worden in de periode tot ca. 1978 slechts enkele nieuwe gebouwen neergezet, maar deze wijken qua vormgeving voor het eerst af van de standaard barakken. Er worden gebouwen neergezet met meer dan één bouwlaag onder platte daken, ook de materialisatie wordt diverser. In 1968 wordt op de plek van de rij barakken ten zuiden van de exercitieplaats een legeringsgebouw neergezet dat voor het eerst is ontworpen door een externe architect.
Begin jaren ‘70 vindt een grote organisatorische verandering plaats op de kazerne. Tot dan toe is de kazerne een thuisbasis; de mannen zijn full time aanwezig op de kazerne en oefenen op terreinen in de buurt. Begin jaren ‘70 verandert de kazerne in een uitvalsbasis; de mannen zijn veel op missie of oefening in het buitenland en zijn slechts vier maanden per jaar op de kazerne. Dit zorgt voor andere eisen aan de huisvesting. Daarnaast worden hogere eisen gesteld qua privacy en hebben de mannen een veel uitgebreidere uitrusting.
Eind jaren ‘70 wordt er een infrastructuurplan gemaakt waarin ingrijpende wijzigingen van het kazerneterrein en de bebouwing worden voorgesteld om aan de eisen van de toekomst te kunnen voldoen. Het duurt tot midden jaren ‘90 voordat alle plannen gerealiseerd zijn. Een aantal plannen wordt gedurende deze periode bijgesteld.
Eind jaren ‘70 wordt een nieuwe sporthal gebouwd als onderdeel van dit plan, op het sportterrein aan de noordkant. Een tweede deel wordt in de jaren ‘80 uitgevoerd; een grote parkeerplaats met daar omheen een garage, stallingsgebouw en schoolgebouw op de zuidoosthoek van het terrein. De hoofdroute wordt uitgebreid met een lus naar deze hoek van het terrein.
In de jaren ‘80 wordt tevens begonnen met de bouw van enkele nieuwe legeringsgebouwen. In de jaren ‘90 worden nog een paar legeringsgebouwen toegevoegd. Deze nieuwe gebouwen bevatten drie of vier verdiepingen onder een plat dak en staan rond de exercitieplaats en ten noordoosten hiervan. Tot slot worden de rijen barakken op het zuidelijk middendeel van het terrein gesloopt om plaats te maken voor grote magazijnen.
Begin jaren ‘90 kampt de kazerne al weer met nieuwe problemen; er is wederom te weinig parkeerruimte, er is behoefte aan een beter ontsluiting en de locatie van de munitiebunker voldoet niet meer aan de veiligheidseisen. Na lange discussies koopt Defensie in 1996 het noordelijk deel van het landgoed Beukenrode (het parkbos) van de Augustinus Stichting. De westgrens van het kazerneterrein kan zo iets verschoven worden, zodat er meer parkeergelegenheid gerealiseerd kan worden en hier een nieuwe munitiebunker gebouwd kan worden. De Stamerweg moet hiervoor verlegt worden. De rest van het parkbos heeft Defensie niet nodig, dit blijft openbaar recreatiegebied.
Door de bouw van de nieuwe munitiebunker kan de entree naar de noordwesthoek van het terrein verplaatsen. Er wordt een nieuwe hoofdroute over het terrein gerealiseerd die niet meer langs de exercitieplaats loopt, maar langs de westgrens naar het zuiden en vervolgens via de zuidgrens naar het oosten waar deze een lus maakt en dezelfde weg weer terug volgt.
De laatste jaren hebben maar weinig veranderingen plaatsgevonden. Het voormalige wachtgebouw is uitgebreid en verbouwd tot ziekenboeg, er is een nieuw kantoorgebouw neergezet en er zijn portocabins gehuurd als tijdelijke kantoorruimte. Een deel van het sportveld is ingericht als parkeerplaats voor burgervoertuigen.
De afgelopen 15 jaar zijn vooral veel plannen gemaakt om de levensvatbaarheid van de kazerne in Doorn te onderzoeken, deze zijn echter niet uitgevoerd. In 2013 is definitief besloten de kazerne te verhuizen naar Vlissingen.

2016 11 17 CHV Van Braam Houckgeestkazerne Doorn_groot.pdf